Dementie is een verzamelnaam voor ziektes waarbij het denken en het geheugen steeds slechter worden. Dit kan ervoor zorgen dat iemand moeite krijgt met gewone, dagelijkse dingen. Iedereen kan dementie krijgen, maar er zijn wel een aantal dingen die het risico groter maken.

De kans op dementie wordt groter naarmate je ouder wordt. Vooral mensen op hogere leeftijd krijgen er vaker mee te maken. Ook speelt erfelijkheid een rol. Als iemand in je familie, zoals een ouder of broer of zus, dementie heeft gehad, is de kans iets groter dat je het zelf ook krijgt. Bepaalde genen kunnen het risico verder verhogen.

Mensen met het syndroom van Down hebben ook een grotere kans op dementie, vooral op de ziekte van Alzheimer. Dit komt door veranderingen in hun genen.

Vrouwen krijgen vaker dementie dan mannen. Dat komt deels omdat vrouwen gemiddeld ouder worden, en de kans op dementie stijgt met de leeftijd.

De gezondheid van je hart en bloedvaten speelt ook een rol. Ziekten zoals hoge bloeddruk, diabetes en een hoog cholesterol kunnen het risico op dementie verhogen. Daarom is het belangrijk om goed voor je hart te zorgen.

Hoe je leeft, maakt ook verschil. Roken, veel alcohol drinken, weinig bewegen en ongezond eten vergroten de kans op dementie. Gezonde keuzes maken helpt dus om het risico te verkleinen.

Een ernstig hoofdletsel, bijvoorbeeld door een ongeluk, kan later ook het risico op dementie verhogen, vooral als je daarbij bewusteloos bent geweest.

Tot slot is het goed om actief te blijven, zowel in je hoofd als in contact met anderen. Mensen die veel nadenken, puzzelen, lezen of sociaal actief zijn, houden hun hersenen langer gezond.

Het is belangrijk om te weten dat je niet altijd kunt voorkomen dat je dementie krijgt. Maar door gezond te leven, je hart goed te verzorgen en actief te blijven, kun je het risico wel kleiner maken. Regelmatig naar de dokter gaan helpt om risicofactoren op tijd te ontdekken en aan te pakken.