De Finse FINGER-studie onderzocht of een combinatie van gezonde leefstijlveranderingen het risico op geheugen- en denkproblemen bij ouderen kan verminderen. Het richtte zich op mensen tussen de 60 en 77 jaar die nog geen dementie hadden, maar wel een verhoogd risico liepen.

De deelnemers werden verdeeld in twee groepen. De ene groep kreeg een uitgebreid programma met gezonde voeding, regelmatige beweging, geheugentraining en controle van gezondheidsrisico’s zoals hoge bloeddruk. De andere groep kreeg alleen algemene gezondheidstips.

Na enkele jaren bleek dat de groep met het actieve programma beter scoorde op tests voor geheugen, planning en snelheid van denken. Dit laat zien dat een gezonde leefstijl, met aandacht voor lichaam én brein, mogelijk helpt om cognitieve achteruitgang te vertragen.

Hoewel de studie niet specifiek gericht was op mensen met dementie, zijn de resultaten hoopvol. Ze suggereren dat bijvoorbeeld gezonde maaltijden, beweging en hersentraining ook voor hen nuttig kunnen zijn. Wel is het belangrijk om dit per persoon aan te passen, want wat voor de één werkt, hoeft niet voor de ander te gelden.

De FINGER-studie benadrukt het belang van een brede aanpak: niet alleen medicijnen, maar ook voeding, beweging en mentale uitdaging spelen een rol. Voor mensen met dementie of hun naasten kan het zinvol zijn om samen met een arts of zorgverlener te kijken welke leefstijlaanpassingen passen. Zo kun je werken aan een zo gezond mogelijk brein, zelfs als er al uitdagingen zijn.

Dit onderzoek onderstreept dat preventie en zorg voor de hersenen veel meer omvat dan we vaak denken – en dat kleine veranderingen samen een groot verschil kunnen maken.De Finse FINGER-studie onderzocht of een combinatie van gezonde leefstijlveranderingen het risico op geheugen- en denkproblemen bij ouderen kan verminderen. Het richtte zich op mensen tussen de 60 en 77 jaar die nog geen dementie hadden, maar wel een verhoogd risico liepen.

De deelnemers werden verdeeld in twee groepen. De ene groep kreeg een uitgebreid programma met gezonde voeding, regelmatige beweging, geheugentraining en controle van gezondheidsrisico’s zoals hoge bloeddruk. De andere groep kreeg alleen algemene gezondheidstips.

Na enkele jaren bleek dat de groep met het actieve programma beter scoorde op tests voor geheugen, planning en snelheid van denken. Dit laat zien dat een gezonde leefstijl, met aandacht voor lichaam én brein, mogelijk helpt om cognitieve achteruitgang te vertragen.

Hoewel de studie niet specifiek gericht was op mensen met dementie, zijn de resultaten hoopvol. Ze suggereren dat bijvoorbeeld gezonde maaltijden, beweging en hersentraining ook voor hen nuttig kunnen zijn. Wel is het belangrijk om dit per persoon aan te passen, want wat voor de één werkt, hoeft niet voor de ander te gelden.

De FINGER-studie benadrukt het belang van een brede aanpak: niet alleen medicijnen, maar ook voeding, beweging en mentale uitdaging spelen een rol. Voor mensen met dementie of hun naasten kan het zinvol zijn om samen met een arts of zorgverlener te kijken welke leefstijlaanpassingen passen. Zo kun je werken aan een zo gezond mogelijk brein, zelfs als er al uitdagingen zijn.

Dit onderzoek onderstreept dat preventie en zorg voor de hersenen veel meer omvat dan we vaak denken – en dat kleine veranderingen samen een groot verschil kunnen maken.